Sorry voor de flutpost; merkte dat ik met ghosttown toch niet zo heel veel kon voor hem :C Misschien kunnen we ze zo even een mutual enemy geven of zo, al heeft Riot alleen zijn vuisten om mee te vechten xD
Versleten gympen, een broek die kapot was op de knieën en een shirt dat ooit zwart was geweest. Riot's looks pasten eigenlijk niet echt bij de lugubere, haast mystieke sfeer die de spookstad uitstraalde. Hij zag er meer uit als zo'n schoffie uit de City, zo een waar niemand naar om keek zo lang hij geen gekke dingen deed. Daar ging het nog wel eens mis.
Ondanks de rust en stilte hier was Riot op zijn hoede, maar ach, wanneer was hij dat niet? Ieder abnormaal geluid was een reden voor hem om op te kijken. Daar kwam bij dat deze locatie dan rustig mocht zijn, rustgevend was het zeker niet, ook niet voor iemand die stilte nodig had om echt tot rust te komen.
Daar kwam bij dat het al lang donker was en hij genoeg geruchten had gehoord over deze plek. Het was niet anders. Hij was hier gekomen om alleen te zijn, maar als iets of iemand dat op een gewelddadige manier kwam verstoren was hij bereid terug te vechten.
Hij sloeg af, een brede hoofdstraat in, waarna hij uiteindelijk op een plein uitkwam. Geheel verlaten, uiteraard. Op een oude, kil, stenen bankje ging hij zitten, armen steunend op zijn knieën. Uit zijn zak haalde hij zijn aansteker, die hij inmiddels eigenlijk niet meer gebruikte, al had hij af en toe als hij het ding in zijn handen had best wel weer zin in een peuk. Hij deed het niet, het was hem te duur.
Hij staarde even in de vlam. Iseco had voorzichtig geopperd dat het misschien een idee was voor Riot om eens een therapeut op te zoeken, al was het maar voor anger management. Riot had het stoïcijns geweigerd. Hij was niet bereid met een of andere vreemde over persoonlijk shit te praten.
Daar kwam nog bij dat praten over dingen sowieso niet zijn forte was. Hij keek op. Hoorde hij iets? Hij fronste. Zijn spieren spanden zich onbewust aan.
Versleten gympen, een broek die kapot was op de knieën en een shirt dat ooit zwart was geweest. Riot's looks pasten eigenlijk niet echt bij de lugubere, haast mystieke sfeer die de spookstad uitstraalde. Hij zag er meer uit als zo'n schoffie uit de City, zo een waar niemand naar om keek zo lang hij geen gekke dingen deed. Daar ging het nog wel eens mis.
Ondanks de rust en stilte hier was Riot op zijn hoede, maar ach, wanneer was hij dat niet? Ieder abnormaal geluid was een reden voor hem om op te kijken. Daar kwam bij dat deze locatie dan rustig mocht zijn, rustgevend was het zeker niet, ook niet voor iemand die stilte nodig had om echt tot rust te komen.
Daar kwam bij dat het al lang donker was en hij genoeg geruchten had gehoord over deze plek. Het was niet anders. Hij was hier gekomen om alleen te zijn, maar als iets of iemand dat op een gewelddadige manier kwam verstoren was hij bereid terug te vechten.
Hij sloeg af, een brede hoofdstraat in, waarna hij uiteindelijk op een plein uitkwam. Geheel verlaten, uiteraard. Op een oude, kil, stenen bankje ging hij zitten, armen steunend op zijn knieën. Uit zijn zak haalde hij zijn aansteker, die hij inmiddels eigenlijk niet meer gebruikte, al had hij af en toe als hij het ding in zijn handen had best wel weer zin in een peuk. Hij deed het niet, het was hem te duur.
Hij staarde even in de vlam. Iseco had voorzichtig geopperd dat het misschien een idee was voor Riot om eens een therapeut op te zoeken, al was het maar voor anger management. Riot had het stoïcijns geweigerd. Hij was niet bereid met een of andere vreemde over persoonlijk shit te praten.
Daar kwam nog bij dat praten over dingen sowieso niet zijn forte was. Hij keek op. Hoorde hij iets? Hij fronste. Zijn spieren spanden zich onbewust aan.