Het was rond de middag en de zon scheen lichtjes door de wolken heen, enkele zonnestralen raakte de aarde, maar ze schonken geen warmte, de kille, koude wind die vanuit het zuiden waaide zorgde ervoor dat het erg koud was. Het was dan 5 graden buiten volgens een thermometer, maar het gevoelstemperatuur was veel kouder waardoor veel mensen binnen zaten met een warme chocolademelk.
Simbad daar in tegen was buiten, hij was in zijn kattenvorm en was naar de bergen gelopen om alleen te zijn. Onderaan de berg, tussen de bomen en struiken was een open plekje, een plek waar hij zich veilig voelde, een plek waar hij altijd heen ging om zichzelf te kunnen zijn. Ook al wist hij zelf eigenlijk al niet meer wie hij zelf nou was, een kat of een mens? Het kat zijn leek zijn manier van leven te zijn, als mens was veel moeilijker en toch vond hij het aan de ene kant geweldig om zijn armen en benen te kunnen strekken als een mens.
De oranje kat die er zojuist nog had gestaan was in een man veranderd met zwarte kleren aan en met donkerbruine haren die in het zonlicht een oranje gloed leken te hebben. Na het strekken van zijn armen ging hij met zijn hand door zijn warrige bos haren heen, waardoor zijn katten oren even zichtbaar waren geweest. De oren waren verstopt achter zijn lange haren waardoor hij op een normaal mens leek, terwijl hij zich zo helemaal niet voelde. Op de open plek waar hij zich nu bevond, leek het warmer te zijn dan in de stad. De zon scheen door de takken van de bomen heen, die geen enkele blaadjes meer er aan hadden hangen, maar de dikke bomenstammen en struiken leken de wind tegen te houden waardoor dit een aangename plek was om te zijn.
Hij leek wat te horen waardoor hij zijn katten oren spitste en ze rechtop ging staan. Hij luisterde en wist zeker dat er iemand, hier niet zo ver vandaan in het bos aan het lopen was. Hij vroeg zich af wat of wie het zou kunnen zijn, aan de ene kant was hij nieuwsgierig en aan de andere kant wou hij met niemand iets te maken hebben. Hij probeerde zo nonchalant mogelijk op de grond te gaan zitten, met zijn rug tegen de boom aan terwijl er een boek in zijn handen verscheen. Het boek was een object dat hij gebruikte om te kunnen doen alsof al zijn aandacht daarop gevestigd was, op die manier leek het dat hij geen aandacht zou schenken aan iets of iemand. Het boek leek te interessant om ook maar iets anders aandacht te geven, iets wat een grote act was want hij kan helemaal niet lezen.
Gereserveerd: Oriella
Simbad daar in tegen was buiten, hij was in zijn kattenvorm en was naar de bergen gelopen om alleen te zijn. Onderaan de berg, tussen de bomen en struiken was een open plekje, een plek waar hij zich veilig voelde, een plek waar hij altijd heen ging om zichzelf te kunnen zijn. Ook al wist hij zelf eigenlijk al niet meer wie hij zelf nou was, een kat of een mens? Het kat zijn leek zijn manier van leven te zijn, als mens was veel moeilijker en toch vond hij het aan de ene kant geweldig om zijn armen en benen te kunnen strekken als een mens.
De oranje kat die er zojuist nog had gestaan was in een man veranderd met zwarte kleren aan en met donkerbruine haren die in het zonlicht een oranje gloed leken te hebben. Na het strekken van zijn armen ging hij met zijn hand door zijn warrige bos haren heen, waardoor zijn katten oren even zichtbaar waren geweest. De oren waren verstopt achter zijn lange haren waardoor hij op een normaal mens leek, terwijl hij zich zo helemaal niet voelde. Op de open plek waar hij zich nu bevond, leek het warmer te zijn dan in de stad. De zon scheen door de takken van de bomen heen, die geen enkele blaadjes meer er aan hadden hangen, maar de dikke bomenstammen en struiken leken de wind tegen te houden waardoor dit een aangename plek was om te zijn.
Hij leek wat te horen waardoor hij zijn katten oren spitste en ze rechtop ging staan. Hij luisterde en wist zeker dat er iemand, hier niet zo ver vandaan in het bos aan het lopen was. Hij vroeg zich af wat of wie het zou kunnen zijn, aan de ene kant was hij nieuwsgierig en aan de andere kant wou hij met niemand iets te maken hebben. Hij probeerde zo nonchalant mogelijk op de grond te gaan zitten, met zijn rug tegen de boom aan terwijl er een boek in zijn handen verscheen. Het boek was een object dat hij gebruikte om te kunnen doen alsof al zijn aandacht daarop gevestigd was, op die manier leek het dat hij geen aandacht zou schenken aan iets of iemand. Het boek leek te interessant om ook maar iets anders aandacht te geven, iets wat een grote act was want hij kan helemaal niet lezen.
Gereserveerd: Oriella