Ritmisch bewogen zijn in een wijde joggingbroek gehesen benen zich onder zijn slanke, pezige lijf. Op de broek droeg de roodharige Sociel een wijd, zwart shirt. De stof zat aan zijn bezwete lichaam geplakt en hij hijgde lichtjes; hij was al een flinke tijd in beweging en begon een beetje in de buurt van zijn grens te komen.
Moeiteloos sprong hij over een boomstam heen die in de weg lag op het pad. Waarschijnlijk nog doelbewust in de weg gelegd door die paardentypes of zo. Sociel zat er niet mee. Hij stapte al joggende soepel over een ondiepe plas heen.
Na een poosje vertraagde zijn pas dan toch, om uiteindelijk in een rustig wandeltempo over te gaan. Van de riem aan zijn heup maakte hij een soort bidon los, waaruit hij een aantal teugen water nam. Niet koel meer, maar het was nog te drinken.
Hij liep verder, de omgeving in zich opnemend. Het was dat hij hier vandaag was puur om aan zijn conditie te werken, anders had hij een aantal van de losse takken op de grond mee terug gezeuld om te gebruiken voor de constructie waaraan hij werkte. Het moest machteloosheid representeren, ook al had Sociel niet eens zo heel veel ervaring met dergelijke zware, emoties. Volgens zijn vader representeerde het meer iemand met een wel heel krom beeld van bloemschikken. De smid was niet het meest artistieke wezen dat deze planeet ooit vereerd had, maar Sociel nam het hem niet kwalijk.
Toen de roodharige jongen langs een boomstam kwam die naast het pad lag, al half vergroeid met de bosgrond, ging hij even zitten. Hij rekte zich behaaglijk uit en keek nieuwsgierig om zich heen.